Zuideindse – of zuidmolen / Rickse molen 1350 – 1688.
Deze houten standerd molen stond in eerste instantie binnen de stad maar werd op een goed moment verplaatst naar buiten en de naam werd toen veranderd in Zuidmolen of Rickse molen. Daar werd de molen, samen met de ‘voorstad’, op 4 april 1572 door de geuzen in de as gelegd. Vervolgens verrees binnen de stad opnieuw een molen nabij de Zuidpoort.
Getijden – korenmolen aan het Maerlant 1394 – 1832
De molen stond aan het Maarland zuidzijde bij het Kostverloren waar nu de sloepenloodsen staan
De molen had drie zolders.
(Zuideindse- / zuidmolen)
(Noordmolen)
Noordmolen ca 1400 – 1696
Een houten standerdmolen, de Noordmolen, stond aan de haven aan het einde van het Noordmolenslop later de Geuzenstraat genoemd.
Na de uitbouw van de vesting aan de oostzijde werd de standerdmolen met twee zolders waarschijnlijk in 1646 afgebroken en op het Swartewaalse bolwerk, nu het Molenbolwerk, opnieuw opgebouwd.
In 1696 is deze molen vervangen door een stenen stellingmolen, zie ook molens op het molenbolwerk.
(Schilderij: Daniel Vosmaer, Gezicht op Brielle, Olieverf op doek, circa 1658-1660; Bruikleen Detroit Institute of Arts, Detroit, VS)
Molens op het molenbolwerk
Noordmolen ca 1646 – 1696
Waarschijnlijk rond 1646 is de Noordmolen verplaatst van de Geuzenstraat naar het Molenbolwerk.
(Schepen voor Brielle, collectie Rijksmuseum)
De stadsmolen 1696 – 1882
In 1696 werd de houten standaardmolen vervangen door een stenen korenstellingmolen.
In die tijd hadden molens geen namen, het was simpelweg de stadsmolen.
(Johannes Jongejan, Brand in de Stellingmolen van Brielle 1811,
Olieverf op paneel, 1811-1820;
Bruikleen Nationaal Militair Museum, Soesterberg)
Een brand in de nacht van 2 op 3 november 1810 legde de molen in de as, de molen werd herbouwd totdat hij in 1882 weer door brand werd verwoest.
’t Vliegend Hert 1986 – heden
In het midden van de 20e eeuw werden de stadswallen van Brielle gerestaureerd. In 1973 trof men op het molenbolwerk twee grote klompen steen aan. Het bleken twee van de vier teerlingen te zijn waarop in de 17e eeuw de houten standerdmolen had gestaan. Deze ontdekking was de aanleiding om de oude standerdmolen in ere te herstellen.
De reconstructie is gebaseerd op een beschrijving van de bouwmaterialen van de Langestraatse molen uit 1474. Die rekening berust in het Nationaal Archief in Den Haag. Op basis van die beschrijving heeft ir. I.J. Kramer een tekening gemaakt, waardoor een historisch verantwoorde bouw mogelijk werd.
Molens droegen in Brielle altijd slechts een plaatsaanduiding: Noord-, Zuid-, Langestraatse- of Rikse Molen. De naam ’t Vliegend Hert is ongetwijfeld bedacht door archivaris Klok toen de Brielse Molenstichting in 1981 een naam zocht.
De naam is leuk gevonden en zou kunnen verwijzen naar de molenaar Gerardus Vliegenthart die van 1829 tot 1874 molenaar was op de stadsmolen.
Gerardus Willem Vliegenthart (1803-1876) was afkomstig uit Dordrecht en had zich in 1829 in Brielle gevestigd met vrouw en dochtertje. Hij pachtte er de molen. Wellicht zou zijn zoon het hebben voortgezet, maar deze kwam in 1858 te overlijden en de andere zoons hadden er geen fiducie in: de één onderwijzer, de ander conducteur. In 1874 liep de pacht af en werd de molen door de stad verkocht. De volgende molenaar was Willem Touw; in 1882 brandde de molen af. Vliegenthart overleed in 1876 in Heenvliet.
Voor de bouw werden ook materialen van andere molens gebruikt. zo is de askop afkomstig van de molen de “Vlijt “ uit Wageningen. Het koppel 15 der blauwe stenen komt uit de molen Biervliet in Zeeuws-Vlaanderen. Ook de penbalk en de ijzerbalk zijn waarschijnlijk afkomstig van andere molens, er is echter niet bekend van welke molen(s).
Idee en uitvoering:
Brielse Molenstichting ’t Vliegend Hert
ontwerp banners